Een kind verliezen
De dood is altijd in Tahon’s werk aanwezig gebleven. Misschien nog meer nadat hij zich zeven jaar geleden nog eens in al zijn heftigheid aan de kunstenaar en zijn echtgenote manifesteerde. “Veertien dagen na haar geboorte zijn we ons eerste kindje verloren”, vertelt Tahon. “Dat is een moeilijk verhaal, dat nog steeds niet helemaal verwerkt is, misschien omdat er zo’n groot gevoel van onrecht en verdriet aan vasthangt. Ik ben toen heel hard in confrontatie gekomen met mijzelf, en met een enorme angst. Tegelijk was er het verwarrende besef dat aan zo’n vreselijk drama ook een vorm van schoonheid hangt.” Hij heeft het over hoe hij en zijn echtgenote als koppel nog veel hechter zijn geworden. En over de moed die hij zag bij zijn vrouw, en de kracht die ze liet zien. “Het was een kracht waar ik als man jaloers op was. Ik zal nooit vergeten hoe ze dat kindje, dat ze negen maanden had gedragen, samen met de dokter waste en in het kistje heeft gelegd. En hoe ze, toen het kistje klaar was om in de grond te worden gestopt, er even haar hand op heeft gelegd en verder liep. Dat beeld, dat even aanraken, zonder dramatiek of hysterie, en dan verdergaan, dat vond ik van een ongelofelijke schoonheid.” Het koppel heeft intussen een gezonde zoon, maar het trauma van het verlies van een kind heeft zich in het werk van Tahon genesteld. “Ik zie het als een test of toetssteen”, zegt de kunstenaar. “Het bewustzijn van kwetsbaarheid en sterfelijkheid, dat in elk object voelbaar moet zijn.”Randy Couckuit , uitvaartondernemer
Couckuit is geraakt door het verhaal van Tahon. Ook na vele jaren in het vak blijft hij gevoelig voor afscheid en verdriet. “Ik word dagelijks met de dood geconfronteerd, maar ik moet nog dikwijls mijn tranen bedwingen”, vertelt hij. Maar hij haalt daar ook zijn drive uit. “Ik vind dat de dood niet weggeduwd mag worden. Die hand op dat kistje is een simpel gebaar. Maar het kan genoeg zijn om waardig afscheid te nemen. Omdat het vanbinnen komt, zonder tralala. Mensen helpen om het op zo’n manier te doen, is voor mij een streefdoel.”
"Als je kijkt naar dat beeld, spreken er emoties uit, alsof het die van hogerhand gekregen heeft. Het maakt dat mensen zich hier getroost en gesteund en verbonden kunnen voelen."
De sculptuur van Tahon is voor Couckuit een deel van dat verhaal. “Als je kijkt naar dat beeld, spreken er emoties uit, alsof het die van hogerhand gekregen heeft. Het maakt dat mensen zich hier getroost en gesteund en verbonden kunnen voelen.” Hij ziet hoe bezoekers het werk opzoeken. “Ze zonderen zich even af, gaan ernaast zitten. Het valt ook op dat veel mensen erover spreken. Ze zeggen spontaan: dat past hier. Of ze vragen wie de kunstenaar is. Bij andere werken gebeurt dat minder.”
Sacrale ruimte
Het doet de kunstenaar zichtbaar plezier. “Als kunst die rol kan spelen, wat kan ik mij meer wensen?” Hij prijst ook de filosofie waarmee Couckuit het uitvaartcentrum heeft uitgebouwd. “Het is met veel smaak en gevoeligheid gedaan. Jullie herstellen iets in waarde.” En dan, nadenkend: “Als je erbij stilstaat: je maakt eerst een grote ruimte, dan plaats je een sculptuur. Op het moment dat de kerken worden afgebouwd, ga je die sacrale ruimte bijna opnieuw creëren. Alsof er een soort spiritueel gemis bestaat en er op een nieuwe manier gezocht wordt naar manieren om dat in te vullen.”
Couckuit beaamt. “Ik houd nog altijd van een uitvaart in een kerk. Dat gevoel heb ik naar hier willen halen. En dan is de sculptuur misschien geen engel, maar toch iets universeels waardoor mensen zich aangetrokken voelen.” Tahon: “Ik heb soms wél het gevoel dat mijn sculpturen engelfiguren zijn. En dat mogen ze ook zijn.”