"We kunnen het verdriet niet wegnemen, maar wel een stukje hardheid uit halen."
Uitvaartzorg Van Kuyk | Sereni
Uitvaartzorg Van Kuyk | Sereni
Tekst: Hannes Dedeurwaarder Beeld: Filip Naudts
Bij uitvaartcentrum Van Kuyk, noemen ze zichzelf graag ‘begrafenisondernemers met een hoekje af’. Geen zwarte kleding, geen lijkbiddersgezichten, wel collega’s die hun werk graag doen en voor elkaar door het vuur gaan. De families primeren altijd.
Van Kuyk in Merksem staat al drie generaties ten dienste van rouwende families. Met als handelsmerk een innovatieve maar warme en menselijke aanpak, en met als troeven eigentijdse uitvaartaula’s, groetkamers en koffieruimte. Schuiven aan voor het gesprek: uitvaartconsulent Maarten De Langhe, uitvaartplanner Kelly Van Tongerloo en administratief medewerkster Kimberley Napier. Eerst en vooral willen we weten hoe zij destijds in dit – niet-evidente – vak zijn gerold. “Ik ben afgestudeerd als accountant”, begint Maarten, “maar daarnaast ben ik al sinds mijn achttiende vrijwilliger bij de brandweer. Op een bepaald moment begon een collega als begrafenisondernemer en sprong ik af en toe bij. Ik besefte dat ik daar meer voldoening uithaalde dan van achter een bureau boekhoudingen van bedrijven op orde te brengen. Bijgevolg heb ik heel bewust de overstap gemaakt.
Groetklaar maken
Een aantal jaar geleden zag ik het overleden lichaam van mijn eigenste moeke, bij wie ik net tevoren nog aan het sterfbed had gezeten”, vult Kelly aan. “Maar omdat haar tanden na het overlijden waren verwijderd, herkende ik haar niet meer. Dat akelige beeld is me altijd bijgebleven. Ik ben aan mijn opleiding begrafenisondernemer begonnen en heb me gespecialiseerd in de post mortem zorgen. Ik wilde dit zelf beter doen, en het absolute verschil maken voor mijn families. Lichamen ophalen, wassen aankleden, verzorgen en uiteindelijk groet klaar maken. Ik doe het allemaal even graag. Alleen miste ik bij mijn job bij Amarant het contact met de familie. Je gaat het lichaam weliswaar ophalen bij de mensen thuis, maar na het verzorgen geef je het ook weer af. Ik wilde kunnen meewerken aan de volledige afscheidscyclus. En op een bepaald moment belde Maarten mij met de vraag of ik niet voor hen wilde komen werken.”
“Omdat wij klant waren van Amarant, hadden wij al gemerkt dat Kelly een harde werker was”, motiveert Maarten de keuze. “Een 9-to-5-mentaliteit was niet aan haar besteed: als ze ’s nachts of in het weekend een lichaam moest ophalen, dan deed ze dat met dezelfde zorg en inzet als overdag in de week. Niet evident als je weet dat voor haar werk niet zelden drie of vier keer per nacht uit haar bed moest. Wij krijgen weliswaar het eerste telefoontje, maar na het contacteren van Amarant konden wij gewoonweer slapen, terwijl voor Kelly het werk dan pas begon. En ze deed dat telkens met de grootst mogelijke inzet en flexibiliteit. We wisten dus dat we met Kelly een werkpaard in huis haalden, geen sierplantje (lacht).”
Geen copy-paste
Administratief medewerkster Kimberley werkte dan weer enige tijd in een mortuarium. “Maar eerder om brood op de plank te brengen”, lacht ze. “Ik had een grafische opleiding achter de rug, alleen was werk vinden niet evident. Dus nam ik die job aan. Omdat het werk mij beviel, ben ik via via bij Van Kuyk terechtgekomen. Zij waren specifiek op zoek naar iemand met grafische skills om hun funeraire drukwerk een eigentijdse, maar vooral persoonlijke toets te geven. Ze wilden af van de klassieke rouwbrief waarbij mensen iets moesten kiezen dat al voorgedrukt was en geen ruimte bood voor een eigen invulling. Van Kuyk wilde het verschil maken met drukwerk dat tot in de puntjes in orde was en niet overkwam als copy- paste. Dat klonk me als muziek in de oren.”
“Nabestaanden moeten zien dat er werk is gemaakt van dat drukwerk”, vult Maarten aan. “Dat het weerspiegelt wie de overledene was. We willen dat mensen zeggen: dit is écht een kaart die bij ons mama past of bij mijn broer past. Natuurlijk zou het voor ons gemakkelijker zijn als wij gewoon een brief uit een doos namen en te drukken, maar daar passen wij voor. Weliswaar zijn er standaarden – de brief moet nu eenmaal in een rouwomslag passen – maar voor de rest vertrekken wij van het witte blad en ontwerpen wij een unieke brief, gebaseerd opgesprekken met de nabestaanden. Kimberley is echt een kei in het omzetten van herinneringen en persoonlijkheid-skenmerken in drukwerk dat de overledene ‘vat’. Klassiek, modern, speels, ernstig, tot zelfs out-of-the-box: alles kan. Niet altijd per se onze smaak, maar die is ook niet van tel: de familie primeert. We horen achteraf vaak ook van mensen hoe fijn ze die aanpak vinden.”
Wijn of pralines
Wat geeft hen dan de allergrootste voldoening, willen we weten. “Het vertrouwen dat je krijgt van de mensen”, antwoordt Kelly meteen. “Uiteindelijk neem je de verantwoordelijkheid over iemand die hen heel dierbaar is geweest. Het helpt in dat opzicht enorm dat we bij Van Kuyk elk onze sterktes hebben en elkaar heel goed aanvullen: iedereen heeft andere kwaliteiten, maar uiteindelijk doen we wel hetzelfde werk. Zoals gezegd is Kimberley heel sterk in creatief grafisch design. Ikzelf verzorg dan weer heel graag lichamen, wat Maarten dan weer een mindere taak vindt. Door samen te werken, kunnen we ervoor zorgen dat families minder triestig worden dan dat ze eigenlijk al zijn. Dat ze met een goed gevoel aan ons terugdenken. Het gebeurt dan ook vaak dat we een dankbare mail krijgen, of dat iemand enkele weken na de begrafenis langskomt met een fles wijn of pralines. Onlangs kreeg iedereen van het kantoor zelfs een kleine, gepersonal-iseerde portefeuilles. Kleine attenties die niet per se moéten, maar die laten zien dat mensen ons werk geapprecieerd hebben in wat tenslotte een heel triestige week in hun leven was. En dat waarderen wij enorm.” Sinds twee jaar maakt Van Kuyk deel uit van de Sereni-familie, en vooral de brede ondersteuning blijkt een meerwaarde. “Je komt in een netwerk van knowhow en administratieve hulp terecht”, aldus Maarten. “Doordat Sereni alles van personeelszaken en sociaal secretariaat overneemt, kunnen wij ons focussen op de kern: rouwende families. Bijkomend voordeel is dat in de Noordrand van Antwerpen verschillende Sereni-vestigingen zijn. Als wij bijvoorbeeld een heel drukke periode hebben en handen tekortkomen, dan schieten de collega’s van pakweg Brasschaat, Brecht of Schoten wel eens te hulp. Of omgekeerd. Je kan het nu eenmaal niet maken om bij een familie met zorgnood op je horloge te kijken omdat je al aan de volgende uitvaart denkt. Dat netwerk is op die momenten dus heel dankbaar. Sereni geeft ons bovendien de nodige vrijheid om onze uitvaarten zelf in te vullen: zo is het volkse Merksem niet hetzelfde als het wat sjiekere Brasschaat, dus moet je dat soms wat anders aanpakken. En die ruimte krijgen we.”
Serieus hoekje af
Die vrijheid vertaalt zich ook in de sfeer van het kantoor. “We zijn allemaal harde werkers”, benadrukt Maarten, “maar wel met een serieushoekje af: iedereen heeft hier een bijnaam en we gooien hier af en toe wel eens iets naar elkaar, maar zonder slechte bedoelingen (lacht). Maar we hangen echt aan elkaar en springen voor elkaar in de bres als het nodig is. Ik zie Kelly en Kimberley dan ook niet als collega’s, maar familie: we weten wat we aan elkaar hebben. Op vrijdagavond gaan we al eens samen iets drinken, of in het weekend organiseren we een feestje of barbecue. Zo leren we elkaar nog beter aan te voelen, zodat we op kantoor nog een beetje meer het verschil kunnen maken.” “Er is ook een hoekje af, omdat we hier passen voor de sfeer van het klassieke begrafenisondernemerskantoor”, vult Kelly aan, “waar iedereen in het zwart gekleed rondloopt en waar een doodse sfeer hangt. Tijdens uitvaarten kiezen wij bewust voor kostuums in een tint lichter blauw dan klassiek, om ons te onderscheiden én wat kleur te brengen. We willen ermee zeggen dat de dood weliswaar triestig is, maar dat we vooral de goeie herinneringen moeten vasthouden. Het verdriet is er, het is niet weg te denken en wij kunnen het niet wegnemen. Maar we kunnen proberen er toch een beetje de hardheid uit te halen en de families het gevoel te geven dat we ze dragen. Nee, we kunnen niemand terug tot leven brengen, maar we kunnen heel goed luisteren naar de families en proberen om de overleden persoon zo dicht mogelijk proberen te benaderen, zowel in de lichaamsverzorging, ons drukwerk en de uitvaart. Rouw is echt een griezelig beestje en mensen beginnen pas écht te rouwen als de uitvaart voorbij is. Dus als wij ons maximaal inzetten om dat verdriet milder te maken, dan moeten we dat doen. Voor ons een kleine moeite, voor die families een wereld van verschil.”